Ruud Jonker Workshop bij Studio Alkmaar op 30 augustus 2010

door Ivan Modder

Publicatie: Dit verslag is eerst gepubliceerd op het Forum van Hear.nl op 2 september 2010.
http://www.hear.nl/forums/index.php?showtopic=13513
Onderstaande foto's zijn bewerkt met Nikon software.



In Audiotherapie met Ruud Jonker

Op maandag  30 augustus 2010 om zeven uur 's avonds te Oterleek kwam een select gezelschap bijeen om Ruud Jonker te ontmoeten. Deze recensent, een bekende naam in audioland, zou een luidspreker komen recenseren, de Lumen White Artisan. Hierbij mochten een aantal mensen bij aanwezig zijn om van te leren, althans zo bracht Ben Hoedjes eigenaar van Studio Alkmaar de bijeenkomst eerst. In gedachten zag ik de genodigden al staand aan de rand  van de zaal om vooral Ruud zelf aan het werk te zien, schuivend met de luidsprekers en aantekeningen makend op een schrijfblok. Maar bij de 2e uitnodiging veranderde dat met de woorden, dat het een “workshop” zou worden.  Een workshop betekent dat we een meer actieve rol zouden spelen, meer dan observator alleen, van “Hoe recenseer ik een luidspreker”. Bovenal zou het een avond worden, waar nogal wat heilige audiofiele huisjes tegen de vlakte gingen. We waren in audiotherapie beland…

Voorstelronde
Na een gezellige receptie, met de mogelijkheid voor mij om nog wat plaatjes te schieten, werd het tijd om, om half acht te beginnen. Het gezelschap was 10 deelnemers groot en we namen plaats op 2 rijen aan stoelen in de grote luisterzaal. Zoals het bij iedere bijeenkomst van therapeutische aard betreft, stelden we ons zelf even voor met onze naam en onze motivering wat ons nu trok aan hoogwaardige audio & muziek reproductie. Deze bleken verschillend van aard te zijn, van de liefhebber van muziek, tot de liefhebber van apparatuur, of het “benaderen van de muzikale werkelijkheid zoals ik het ervaar”. Er waren dus veel verschillende invalshoeken, waarom je voor deze hobby hebt gekozen. Tijd voor een sessie met deze rechtgeaarde audioliefhebbers.


Tijd voor een goed gesprek....


Groeien
Ruud Jonker kwam met een mooie inleiding over audio en zijn beroep als recensent. Allereerst  is audio een groeiproces. Het duurt namelijk lang totdat de audioliefhebber tot een realistische geluidsweergave komt, het is een leerproces. Zijn beroep brengt verder een zekere verantwoording met zich mee, hij weigert te schrijven over apparaten, die niet dat beetje extra in zich hebben. Of te wel, er vindt een voorselectie plaats, deze selectie geschied op basis van de luisterindrukken op grote shows en fabrieksbezoeken. Laat een apparaat een positieve indruk achter, dan is een recensie op zijn plaats. Hiermee is ook meteen één van de veelgehoorde klachten over audiotijdschriften beantwoord: Waarom schrijven ze altijd positief over audio-apparatuur? Wel nu, omdat je liever een recensie schrijft over een goed product, dan een negatief verhaal over een slecht product.

Eerste Indruk
Het  hifi apparaat, dat in Ruud Jonker zijn luisterruimte wordt geplaatst krijgt geen voorkeursbehandeling, deze wordt simpelweg uitgepakt neergezet en aangesloten aan wat er voor handen is. Niks geen zorgvuldig mixen en matchen, in deze fase moet het functioneren en eigenlijk al 80% van het te behalen resultaat laten horen. Deze 80%-regel is dus de eerste fase. Omdat de akoestiek van zijn luisterruimte uitstekend is blijkt zo’n eerste indruk snel te maken.


Het lijdend voorwerp: de Lumen White Artisan
. Zou de Lumen White de 80%-test doorstaan?

Juiste Match

Daarna komt het ‘matchen’ van het apparaat om een goede set te bouwen. Ruud heeft een eigen collectie aan verschillende luidsprekers, voorversterkers, eindversterkers en bronnen. Deze laatste gaan van CD-spelers, platenspelers tot aan streaming. Het matchen gebeurt op basis van luisteren.

Kun je luisteren?

Uiteindelijk gaat het Ruud niet om de heilige graal, deze is namelijk niet te bereiken, de werkelijkheid in je huiskamer. Maar je kunt het wel benaderen en hoe doe je dat en wat benader je eigenlijk? Strikt genomen luister je naar de werkelijkheid, zoals de geluidsopname die voorspiegelt op CD. Uiteindelijk mag je nooit en te nimmer luisteren naar het prijskaartje van het apparaat. Het merk en de prijs doen er niet toe. Dit kunnen vooroordelen in de hand werken. Zelfs het muziekrepertoire doet er niet toe. Het beste is eigenlijk om te luisteren naar een opname waar jezelf bij aanwezig bent geweest. Eigenlijk zoals de studio- of opnamehappenings van Fritz de With, eerst opnemen en daarna beluisteren op een stereoset.

 
De opnameapparatuur van Ruud Jonker lag natuurlijk al klaar!


Ken je Basis

De kern van je audioset zijn je voorversterker, eindversterker en luidsprekers. De bron is daarin niet eens zo relevant, deze wordt namelijk vaak verwisseld. De voorversterker is extreem belangrijk binnen de set. Eindversterkers lijken al erg snel op elkaar en er is vaak minder verschil dan er gedacht wordt. Deze laatste twee moeten natuurlijk goed combineren. De welbekende accessoires van interlinks, powernetkabels, dempers, filters etc. zijn eigenlijk maar de puntjes op de spreekwoordelijke I. Ze kunnen maar 2% tot 5% van het totale resultaat toevoegen. Ofwel de basis moet goed zijn.


Een voorversterker is één van de belangrijkste componenten in je set.

Verboden
High-end is de realistische weergave van een geluidsopname, zij het op CD, LP of download. Het is niet je eigen sound, je eigen smaak is zelfs verboden! Hier begon de groep zich toch wat te roeren. Ruud verduidelijkte we horen allemaal hetzelfde, alleen onze voorkeur in geluid is anders. Een systeem moet los van de muziek alles kunnen weergeven van klassiek, pop tot house.

De 12 eigenschappen
Ruud beloofde aan het begin van de sessie om een punt van de sluier op te lichten, omtrent het recenseren, er is geen sprake van voodoo of magie. Want om tot een realistische geluidsweergave te  komen kun je een set beoordelen op 12 eigenschappen. Die uiteindelijk met input uit de zaal op 11 zouden blijven steken. Het is handig om met de groep de definities bij de begrippen te bespreken, om discussie te voorkomen:
1. Stage
2. Grootte - schaal instrumenten
3. Dynamiek
4. Geen vervorming, o.a. fase
5. Decay -  uitsterven noten
6. Klank
7. Tonale balans
8. Snelheid
9. Detail
10. Neutraal
11. Power


Op een groot whiteboard kwamen de eigenschappen te staan.

Vleugel
Toen ik tegen 19:00 uur binnen kwam hoorde ik pianomuziek. Terwijl ik aan de zaal voorbij liep om mijn spullen weg te zetten wekte het mijn irritatie op. Dit zelfde stukje vleugelmuziek werd als eerste demonstratiemateriaal gebruikt en er werd ons gevraagd wat er opviel aan de opname. De indrukken waren verschillend van te hard, vervormde noten tot een gescheiden opname van het linker- en rechterkanaal. Uiteindelijk bleek de ’hardheid’ van de klank door de microfoon opstelling veroorzaakt te zijn, 2 microfoons hingen namelijk in de vleugel. Maar er was ook ambiance te horen, dit kwam door 2 andere microfoons, deze hingen 2 meter boven de vleugel. De opnameleider had hier dus een keuze voor gemaakt. Of je daar blij van wordt is wat anders. Ofwel ‘smaak’ mag wel aan de opnamekant, volgens Ruud, maar niet aan de weergavekant. Aan deze opname zat geen dynamische begrenzing en dat was te horen.

Saxofoon
Het werd nu tijd om een live opname te maken van muzikante Marleen. Zij speelde op haar saxofoon een aantal korte stukken en de welbekende toonladder. De opnames gebeurde in 3 fases:
1. ‘Close mic‘, de microfoon dicht op het instrument.
2. De microfoon ter hoogte van de 1e rij luisteraars.
3. De microfoon een stuk verder links van  het publiek.
Het optreden deed de trommelvliezen klapperen, zeker op de 1e rij. Dat bleek de Lumen White Artisan niet met dezelfde intensiteit te kunnen overbrengen. Mijn gevolgtrekking was dat de realiteit niet op te nemen is, alleen te benaderen. De 1e opname klonk spannend, veel detail in het muziekspel. Bij de 2e opname kwam de ambiance van de zaal meer naar voren, dat bij de 3e opname de overhand kreeg. De groep vond de 2e opname, de microfoons ter hoogte van de 1e rij, het meest vriendelijk en ‘echt’ klinken. Ofwel detail en ambiance dienen in balans te zijn.


De eerste geluidsopname, de microfoon dicht op de muzikant.

Orgel
Met de geluidsvoorbeelden was al vast gesteld hoe belangrijk de positie van een microfoon is. Dat niet alleen, er werd ook even gerefereerd aan de feilbare techniek van microfoons. Nu gingen we een opname beluisteren, die Ruud zelf gemaakt had van een orgel in de kerk van Naarden vesting. Sommigen vonden de opname ronduit saai. Ik kreeg het idee dat de microfoons te ver van het orgel zelf waren geplaatst. Dit bleek tijdens de opname een discussiepunt te zijn geweest. De organist wilde de microfoons nog verder in de kerk hebben en de opnameleider dichterbij. Men was tot dit compromis gekomen. Wil je de grootte en schaal van een orgel laten horen met meer detail, dan hadden de microfoons dichter bij het instrument moeten staan.


Het luisteren via de richtmicrofoons is een ervaring op zich, geluidsopnames en de techniek die er aan ten grondslag ligt. Het is allemaal niet zo gemakkelijk.

Percussie
De groep kreeg nu een stuk percussie te horen. In zijn luisterruimte heeft Ruud altijd een djembé staan met dit slaginstrument test hij de snelheid van de luidsprekerconus. Ofwel komt het geluid van de luidspreker overeen met de djembé? De Lumen White Artisan heeft een kleine conus en kan dus goed meekomen met het stuk muziek. Een grote woofer zal moeite hebben het geluid goed te reproduceren. Recenseren is eigenlijk luisteren naar eigenschappen, naar geluid, niet de muziek. Dat is pas de laatste stap.

De set
Zoals Ruud eerder aangaf dienen we niet te luisteren met onze ogen, maar ik zal toch even de set beschrijven. De stereoset die speelde was de  voorversterker Spectral DMC 12  gekoppeld aan een eindversterker, de Accuphase P650. Als bron gold de DCS Puccini met als weergever dus de luidspreker Lumen White Artisan.


De bron is een DCS Puccini. Nu nog op "No Disc", maar straks!

De sleutel
Het blijkt dat Ruud tot zijn beschikking kan stellen een meetapparaat van Hewlett Packard, dit instrument kan het tijdgedrag meten van een eindversterker ofwel wat gebeurt er met het elektronische geluidssignaal? Hoe meer onderdelen in de versterker, des te meer er met het signaal gebeurt. Daarom kan ‘simpele’ elektronica soms zo goed klinken. Hij heeft in zijn verzameling namelijk een audioset staan uit de jaren vijftig, daar geniet hij erg van. Want om tot een realistische geluidsweergave te komen heb je niet per se alle eigenschappen nodig. De volgende zijn het meest belangrijk:
1. Dynamiek
2. Klank
3. Snelheid
4. Detail

Acceptatie
De high-end is eigenlijk een ladder, je wilt steeds hoger. Maar iedere upgrade moet wel een echte verbetering zijn in de eerder genoemde eigenschappen. Uiteindelijk dien je te accepteren, dit is wat ik wil en daarbij te blijven. Laat je oordeel over je set niet afhangen van een visite van mede-audiofielen. De groep was het daar niet zo mee eens. Audio is toch een hobby, een bezigheid, soms wil je verandering, andere luidsprekers bijvoorbeeld. Uiteindelijk gaat het er om, dat je herkent dat iets goed is. De evolutie als audiofiel is ten einde als de fase aanbreekt, waarin je vaststelt met zelfvertrouwen: Ik weet dat mijn systeem goed is.

Leermomenten
Voor mijzelf was het handig om alles weer even op een rijtje te hebben:
1. Live instrumenten zijn het uitgangspunt. Ofwel verplicht concerten bezoeken!
2. Analyseer de performance aan de hand van een serie eigenschappen.
3. Er is zowel feilbare techniek aan de opnamekant, als aan de weergavekant.
Ofwel de heilige graal is niet te bereiken. Wel kunnen we de werkelijkheidsweergave benaderen!

Suggesties
Misschien miste ik alleen nog wat meer muziekstukken om de eigenschappen goed te benoemen. Ook de techniek, rondom microfoons versus het menselijk oor, lijkt een pré in onze hobby. Doch er is maar zoveel wat je in één avond kan stoppen!


Niet alleen geluidsopnames, ook beeldopnames werden gemaakt door Cor. We zien er vast nog een korte reportage van terug.

Dankwoord
Er gebeurde natuurlijk nog veel meer, het gezellig tafelen, de gesprekken over kabels, de ervaring en kennis van Ruud. Wil je het ook eens meemaken, dan zou ik zeggen nodig Ruud Jonker eens uit. Met dank aan Ben, Cor, Dick, Marleen en Ruud voor een gezellige avond! Natuurlijk staat of valt zo'n avond met de bijdrages van de deelnemers, daarom mijn uiteindelijke dank aan allen die hun ervaringen wilden delen!


De staande receptie was een succes. Met dank aan Dick voor de Japanse gerechten!





 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
 
 
 
 
 
     
  Zo maar wat foto's van de kerst-sets
 
     
 
   
                 

de USB DAC test

     

Hieronder het verslag van onze test met USB-dacs in diverse prijsklassen. De USB-aansluiting op een computer maakt geen of minimaal gebruik van de in de computer ingebouwde geluidskaart. Deze geluidskaart is meestal van matige audio-kwaliteit en kan dus beter worden vermeden.

Het digitale signaal gaat vanuit de harde schijf op de computer zo veel mogelijk rechtstreeks via de USB verbinding naar een externe D/A converter ( waar het digitale signaal wordt omgezet naar een analoog audiosignaal).

Er zijn in de computer nog allerlei aanpassingen te bedenken om het digitale signaal in optimale kwaliteit naar de USB-uitgang te leiden, maar dat valt buiten het kader van deze test. Als bron gebruiken we steeds de harde schijf van een Apple computer ,met I-tunes als software. De geluidfragmenten komen van CD of internet en zijn zo veel mogelijk ongecomprimeerd vastgelegd.

De gebruikte USB-kabel is van Oehlbach(****)

We zoeken naar de DAC die het digitale signaal weet om te zetten naar een goed stuk muziek. Dit is natuurlijk geen objectief criterium. Dit is dan ook geen wetenschappelijke test,maar een poging om een globaal inzicht te krijgen in de prestaties die de geteste DACs leveren.

Om de test overzichtelijk te houden hebben wij 3 categorien bepaald , tw.

   
     

CATEGORIE 1 (tot 500 euro) :

- Musical Fidelity V-DAC (240 euro)

- Cambridge DAC-Magic (399 euro)

- Arcam R-DAC (429 euro)

- Musical Fidelity M1-DAC (549 euro)

- Furutech GT 40 (475 euro)

     
     

CATEGORIE 2 (tot 1200 euro) :

- PS Audio DL3 (1095 euro)

- CEC Cd3800 (1100 euro)

- Hegel HD-10 dac (995 euro)

- Stello DA100 dac (899 euro)

   
     
CATEGORIE 3 (vanaf 1200 euro)      

- AYRE QB-9 (3000 euro)

- Moon 300B (1350 euro)

- van Medevoort DAC (2990 euro)

- Antelope Zodiac Gold (3495 euro)

- Esoteric P07 (3999 euro)

Update : 21 augustus.

Deze week alvast begonnen met het luisteren naar de MF V-dac , de Arcam R-dac , de CEC 3800 en de PS Audio DL3. Sommige DACs zijn nog niet geheel ingespeeld, de indrukken hebben dus een voorlopig karakter.

Het DAC signaal gaat naar een Symphonic Line RG10 mk4 Reference en via Shunyata bekabeling naar Master Audition luidsprekers. De Dacs worden steeds aangesloten met een Supra Lo-rad netsnoer.

MF V-dac : de goedkoopste en dat is ook te horen. Desondanks valt het geluid niet tegen .Als je rekent dat computer+ dac samen ca. 700 euro kosten dan is dit al een heel aardige starterskit. De voedingstrafo bromt hoorbaar. Dat is voor verbetering vatbaar.

Arcam Rdac : Dit gaat al ergens op lijken. Het geluid is bijna vloeiend te noemen. De meerprijs tov de Vdac is dit zeker waard. De R-dac is zgn.asymetrich. Dat kende ik tot nu toe alleen van de veel duurdere DCSdac en de Ayre QB-9. Verbazend dat Arcam dat voor deze prijs kan brengen.Het apparaatje is ook netjes en degelijk afgewerkt. Ik vind het een interessant ding met potentie.

CEC CD3800 : Het leuke van dit apparaat is dat het een 1100 euro kostende CD speler is met diverse extra digitale ingangen. Hiermee kun je de ingebouwde Dac optimaal benutten en zit alles in 1 behuizing. Ook is nu een rechtstreekse vergelijking te maken tussen afspelen met computer en afspelen van CD. En dan volgt de eerste verrassing : de computer klinkt beter als de CD. Dat had ik op voorhand niet verwacht. Wat ook opvalt : deze CEC-dac klinkt weer beter als de Rdac. Misschien speelt de uitgebreide voeding hier een rol. Ik ervaar dit als een speler met veel mogelijkheden ,waar ik gemakkelijk langdurig via de computer naar luister. Het maakt mij ook nieuwsgierig of CEC in de toekomst ook nog een duurder loopwerk van USB gaat voorzien. Jammer vind ik de plastic bedieningsknoppen ,maar CEC heeft het geld kennelijk aan het binnenwerk besteed. En daar valt ook wat voor te zeggen.

PS Audio DL3 : Dit gaat qua bouw en geluid al richting high-end. Bij een blinde test kan ik het verschil met een CDspeler van 2500 euro niet vaststellen. De USB dac doet het prima en heeft als extra meerdere ingangen en XLR aansluitingen. De topper tot nu toe, maar deze DAC is dan ook al goed ingespeeld. Misschien dat de anderen later nog terrein terugwinnen.

Voorzichtige voorlopige conclusie : de klankkwaliteit stijgt met de prijs .

Aanvulling 27 augustus :

Nu de apparaten een week spelen verschuift het beeld toch weer. De R-dac gaat vooruit maar mist in deze opstelling wat focussering. Het laag is nog niet strak. Wel is het geluid vloeiend en bijna analoog aangenaam.

De CEC3800 gaat ook vooruit en levert een nauwkeurig geluidsbeeld. De beleving zou ik nog iets groter willen.

De PSAudio heeft tov de anderen nu terrein ingeleverd en lijkt ook een soort eigen geluid te produceren. Verschillend opgenomen nummers krijgen alle een zelfde soort geluid.De indruk ontstaat dat de PSAudio niet optimaal combineert in deze set. De detaillering en diepte zijn nog steeds goed.

Als nieuwkomer heb ik vandaag de Musical Fidelity M1 dac aangesloten. Al direct uit de doos is duidelijk dat dit een veelbelovende dac is. Na 2 uur klinkt de M1 van alle apparaten het meest muzikaal. Minder vloeiend dan de ArcamRdac, maar met meer dynamiek en betere focussering. De instrumenten zijn scherp te volgen en klinken zeer overtuigend.

Nu ook de Ayre QB-9 aangesloten , maar deze moet eerst een nacht aan de spanning. Wordt vervolgd

Aanvulling 29 augustus :

De eerste luisteraars en geinteresseerden hebben zich in de winkel gemeld om zelf de verschillen vast te stellen. Snel ook nog even de occasion Cambridge Dacmagic aangesloten. Hiervoor meldde zich een koper en dus zou het apparaat niet langer beschikbaar zijn. Na 2 uur opwarmen leek de klank op een combinatie van de Arcam en de CEC. Een warm en open geluid dat aangenaam op mij over komt. Veel aansluitmogelijkheden ook.

Aanvulling 4 september :

De Ayre QB-9 heeft een paar dagen spanning kunnen opbouwen aan het net. Mijn eerste indruk in deze setup is niet overweldigend. Je hoort dat het een kwaliteits-dac is , maar de afstand tot bijv. de MF-1 is minder groot dan ik vooraf had verwacht. Daarbij is de laagweergave wat mager. Nog niet het grote succesnummer van de test. Qua aansluitmogelijkheden is de zaak ook beperkt tot uitsluitend USB. In deze test is dat geen probleem, maar ik kan mij voorstellen dat gebruikers graag meerdere apparaten willen kunnen aansluiten.

Toevallig is de Moon 750 CD-speler (9990 euro) in de winkel. Deze heeft ook een USB ingang. Dat is in deze prijsklasse wel bijzonder. Gauw even aangesloten op de Imac. Wow,dat zet direct een bijzonder precies geluid neer, hoewel ik omstanders hoor klagen over een kil en kaal geluid. Dat ervaar ik toch anders. De 750D heeft iets vloeiends dat ik ook van bijv. Wadia ken. Niet bijzonder dynamisch, maar eerder relaxed. Ik heb niet het gevoel dat ik naar een CD-speler luister. Een mooi ding, maar wellicht niet voor iedereen. De USB ingang (en andere) vind ik op deze speler een toegevoegde waarde. Zo wordt het een highend multi-purpose apparaat ,net als de goedkopere CEC Cd3800 ( in een lager segment, weliswaar). Ik zou deze Moon 750D nog wel eens willen vergelijken met de ook zeer interessante PS Audio combi van 7000 euro.

Aanvulling 9 oktober :

Na enkele weken met andere besognes pakken we de draad weer op met de dac van Moon. Deze 300B kost ca 1350 euro. Het exemplaar dat wij van More Music mochten lenen ,heeft hiervoor nog nauwelijks gespeeld en dat is goed hoorbaar. Het resultaat is niet beter dan dat van de MF Dac1 en dat is gelet op de prijs toch wat tegenvallend. Helaas moest de Moon weer snel terug zodat de verdere ontwikkeling van de klank bij lang inspelen nog voor mij verborgen blijft. Misschien komt hij later nog eens langs.

Dat inspelen en onder spanning laten staan van groot belang kunnen zijn bleek bij de Ayre QB-9. Na 2 weken aan de prik bereikte ik eindelijk het resultaat dat ik zocht. Nu is er wel ruimte, diepte, laag en focussering. Dit haalt ruim het nivo van een cd-speler in de klasse van 4000 euro. Het maakt ook duidelijk waarom deze DAC mij eerder op shows niet imponeerde ; hij heeft tijd nodig.

Inmiddels ben ik begonnen met het inspelen van de nieuwste versterker van Peachtree , de Idecco (1300 euro) .Deze heeft volgens de tamtam een veelbelovende dac aan boord. De eerste indruk is inderdaad al heel behoorlijk. De versterker zelf lijkt ook niet verkeerd. Later meer.

Er komen nu snel meer versterkers met USB DAC op de markt. Ik maak hiervoor een aparte categorie.

Aanvulling 31 oktober :

Op de AV-Nu show heb ik van Erwin Verschoor (Hifinesse) een ingespeelde Hegel HD-10 USB-dac meegekregen (995 euro). Qua geluid en mogelijkheden doet hij mij sterk denken aan de PSaudio DL3. De Hegel speelt luider dan de andere dacs. Hij heeft iets van een stoer en ruig geluid. Misschien ideaal voor de rock/hiphop-liefhebbers.

Aanvulling 6 november :

Ik krijg de indruk dat het signaal van de computer te sterk bij de Hegel binnenkomt. Er lijkt wat sprake te zijn van oversturing. Misschien dat dit mede het luide spelen verklaart. Ik ga het onderzoeken.

Ook heb ik een klein apparaat van Furutech getest, de GT40. Dit is een slim combi-apparaat van een phonotrap + hoofdtelefoonversterker + USB-dac. Alle opties met volumeregeling. Prijs 475 euro. Een mooi en goed gebouwd apparaat ( mijn enige kritiekpunt blijft de matige externe voeding). Hoewel het DAC-deel hier dus een onderdeel van pakweg 250 euro is, leek het mij toch interessant om dit te testen. De eerste indruk van het geluid is zeer goed. Bij langer luisteren valt pas op dat er toch wel de nodige detaillering ontbreekt. Maar niet onplezierig om naar te luisteren ,zeker voor deze prijs en alle mogelijkheden. Een aanrader voor wie zijn set niet al te kostbaar wil uitbreiden met USB / phono en koptelefoon.

Aanvulling 13 november :

Gisteren is een nieuwe Stello-Da100 dac van 899 euro gebracht. Deze staat nu in te spelen.De eerste indruk is gelijk al goed. Eens kijken of deze dac komende week potten gaat breken.

Aanvulling 18 november :

Vandaag heb ik weer eens rustig naar de apparaten kunnen luisteren. Van Erwin heb ik een andere Hegel DAC gekregen en direct aangesloten. Deze klinkt een stuk rustiger als het eerste exemplaar. Maar het levendige is gebleven. Ik hoor zelfs bass met enige body. Dat was mij bij de andere Dacs nog niet zo opgevallen.Een vooruitgang. De Hegel wordt door de Apple computer herkend en krijgt direct signaal toegewezen. Bij de anderen moet ik dat in de computer toewijzen.

Bij de Stello valt op dat hij handwarm wordt. Lekker stevig gebouwd ook. En met een extra I2S aansluiting. Verder net als de overigen ook XLR uit. De Hegel en de Stello gaan iets verder als de Musical Fidelity in detaillering , maar de kracht van de M1 ligt toch weer in het schone (weinig vervormde) en mede daardoor natuurlijke geluid.

Ik denk dat ik hiermee de DAC test in de categorien 1(tot 500 euro) en 2 (tot 1200 euro) kan gaan afronden en langzamerhand enkele voorzichtige conclusies kan gaan trekken.

Aanvulling 28 november :

Ik realiseer mij dat je in een cijfer niet alle kwaliteiten van een apparaat kan weergeven, maar het maakt de verhoudingen wel duidelijker. Onderstaande cijfers duiden met name op de klank. De extra funkties en aansluitmogelijkheden zijn niet in het cijfer meegenomen ( maar uiteraard wel in de prijs).

5.0 - Musical Fidelity V-DAC (240 euro)

6.5 - Arcam R-DAC (429 euro)

7.5 - Musical Fidelity M1-DAC (549 euro)

5.5 - Furutech GT 40 (475 euro)

7.0 - Cambridge DAC-Magic (399 euro)

7.0 - PS Audio DL3 (1095 euro)

7.0 - CEC Cd3800 (1100 euro)

7.5 - Hegel HD-10 dac (995 euro)

8.0 - Stello DA100 dac (899 euro)

9.5 - Ayre QB-9 ( 3000 euro)

Bedenk wel dat alles is toegespitst op de USB aansluiting en op deze Apple computer. Bij een andere computer (of andere ingangen) zou de uitslag zomaar anders kunnen zijn. En het zijn uiteraard mijn oren. Uw oren kunnen een andere voorkeur hebben.

Nieuwe test 5 mei 2011:

Vandaag de volgende DACs getest:

- Antelope Zodiac Gold (3495 euro)

- van Medevoort 466 (2995 euro)

- Esoteric P07 (3999 euro)

- Esoteric X 05 cd speler (5999 euro)

De bron is weer een Apple computer met USB kabel van Oehlbach. De versterker is een RG14 Edition van Symphonic Line en de luidsprekers van Von Schweikert (Unifield 3).

De software is een test-Cd met als muziek o.a. Spanish Harlem van Rebecca Pigeon. Deze CD is met diverse instellingen (o.a. 48Khz , 44.1 Khz, WAV en lossless) ingelezen op de Apple. De combinatie WAV met 44.1Khz gaf o.i. de meest bevredigende resultaten. Hiermee is verder getest.

De Antelope als eerste beluisterd. Een veelzijdig te gebruiken apparaat met veel ingangen en een volumeregeling. Het geluid viel ons wat tegen. Weinig druk in het laag en daardoor een wat digitaal aandoende klank. Mogelijk moet het apparaat nog langer inspelen , want dit kan toch niet het geluid zijn , waar sommige recensenten lyrisch over schrijven.

Vervolgens de Esoteric P07 aangesloten. Ook deze DAC heeft een volumeregeling. Hier direct een mooi vol geluid met ruimtelijkheid en precisie. Dit is het geluid dat je graag wilt horen.

Tenslotte de van Medevoort ,die zich uiterlijk onderscheidt met een veelheid aan aansluitmogelijkheden. Echter geen volumeregeling. Dit geluid is ook vol en heeft zelfs iets van een soort klasse A geluid. Wat minder helder en precies dan de P07 ,maar toch ruimtelijk en vooral aangenaam om naar te luisteren. Ook na langer luisteren niet vermoeiend.

Ter vergelijking daarna de X05 cd speler aangesloten op de versterker en dan blijkt dat deze CD speler de computer setups ruim achter zich laat. Vervolgens de P07 dac op de digitale uitgang van de X05 aangesloten en dan gaat het weer een stap verder.

De zwakste schakel in de test-setup lijkt toch de computer en/of de usb-kabel.

Komende week gaan we testen hoe de Ayre DAC in dit veld past en ook of een andere USB kabel iets te bieden heeft. Wordt vervolgd.

Aanvulling 22 mei :

Deze week hebben we eens geluisterd naar mogelijke verschillen in USB-kabels. De Oehlbach-kabel (45 euro) blijkt behoorlijk beter dan een naamloze USB-kabel. Daarna blijkt dat een Nordost Blue Heaven USB-kabel van ca 160 euro alweer een flinke stap voorwaarts geeft. Tenslotte een Transparent USBkabel van ca 130 euro aangesloten en deze kabel kreeg - na wat heen en weer luisteren- uiteindelijk de voorkeur van het testpanel.

Na de kabeltest is de Ayre QB-9 getest t.o.v. de Esoteric. Dit zijn heel verschillende apparaten qua functionaliteit. De Ayre heeft uitsluitend 1 stuks USB ingang (een bewuste keus voor USB i.v.m. de optimale klank van de asynchrone mode). De Esoteric is voor meerdere digitale bronnen te gebruiken en kan ook als voorversterker worden ingezet. Het klankniveau is redelijk vergelijkbaar,hoewel de Esoteric iets meer detail lijkt te laten horen. De Ayre heeft daarentegen een nog mooiere klankbalans en dat weegt zwaar in de score. Voor wie alleen de computer als bron gebruikt is de Ayre de goede keus. Wie meer bronnen wil aansluiten is met de Esoteric beter af en mag ook de van Medevoort daarbij niet vergeten te beluisteren.

Komende weken onderzoeken wij welke winst er bij de bron nog valt te boeken.